Hostname: page-component-586b7cd67f-t7fkt Total loading time: 0 Render date: 2024-12-01T02:19:24.653Z Has data issue: false hasContentIssue false

De Groot en het Verre Oosten

Published online by Cambridge University Press:  21 May 2009

Get access

Extract

In àl wat er in de wereld omging stelde de jonge De Groot een hartstochtelijk belang. Dat gold vanzelfsprekend ook de reizen en tochten der Nederlanders over de geheele wereld. In het daaraan gewijde hoofdstuk van het Parallelon Rerumpublicarum (1601–1602) bloeit zooals Overdiep het uitgedrukt heeft eene lyrische welsprekendheid op. Ook in het geschiedboek van den bevrijdingsoorlog, de Historiae, worden de verre tochten der Nederlanders beschreven. Het ingenieuse volk der Chineezen heeft hem daarbij bijzonder geboeid. Duyvendak heeft de geschriften beschreven, die De Groot over China gelezen moet hebben. Zijne boekerij bevatte twee uitgaven van Jan Huygen van Linschotens beroemde Itinerario. In het elfde hoofdstuk van zijnen Commentaar op het buitrecht (1606) geeft hij een omstandig overzicht van onze vaart op de Oost, die leidde tot oorlog in die streken met het aan Spanje gekluisterde Portugal en met name ook tot het buitmaken door Heemskerck (25 Februari 1603) van de uit China komende rijkbeladen Catharina.

Type
Articles
Copyright
Copyright © T.M.C. Asser Press 1957

Access options

Get access to the full version of this content by using one of the access options below. (Log in options will check for institutional or personal access. Content may require purchase if you do not have access.)

References

page 1 note 1 Gids van 1939.

page 1 note 2 Uitgave van 1657, o.a. blz. 231–239.

page 1 note 3 Grotius et la Chine in Grotiana VIII (1940), blz. 25 e.v.Google Scholar

page 1 note 4 Molhuysen, P. C., De bibliotheek van Hugo de Groot in 1618, in Mededelingen der Akademie van Wetenschappen, Nieuwe Reeks, Deel 6, no. 3 (1943), no. 36 en 198.Google Scholar

page 1 note 5 Hug. Grotii Batavi Mirabilium anni MDC. quae Belgas spectant semestre prius (1600).

page 2 note 1 Vrije vertaling van Van Vollenhoven, Verspreide Geschriften I 1934, blz. 595.Google Scholar

page 2 note 2 De lure Preadae Commentarius, 1868, blz. 208 en 214.Google Scholar

page 2 note 3 Briefwisseling van Hugo Grotius door Molhuysen, P. C., in R. G. P. no. 64, 1923, blz. 44 en 45.Google Scholar

page 3 note 1 Vgl. de beschrijving van mej. Smelt, W. E. in Inventarissen van Rijks- en andere archieven, I (1928), 1929, biz. 73 e.v. passim.Google Scholar

page 3 note 2 Vgl. de brieven van Matelief in de Briefwisseling van noot 3 op blz. 2. Ook Rotterdamsche Historiebladen, Frederiks, J. G., 1880, biz. 204 v.Google Scholar

page 3 note 3 Briefwisseling van noot 3 op blz. 2, p. 128.Google Scholar

page 3 note 4 Eene uitgave van het Mare liberum verscheen in 1916 met engelsche vertaling in de werken van het Carnegie Endowment for international peace.

page 3 note 5 De stukken dier twee conferences zijn uitgegeven in de Bibliotheca Visseriana, deel XV, 1940Google Scholar, en XVII, 1951 door professor G. N. Clark van Oxford en schrijver dezer regelen. De Jonge, , Deopkomst van het nederlandsch gezag in Oost-Indië IV, 1869, biz. LXVIIIGoogle Scholar, geeft een overzicht der twee conferenties. Bij die van 1613 merkt hij op: “De hoofdpersoon in deze bijeenkomsten was, van de zijde der Nederlanders, de advokaat-fiskaal Hugo de Groot, wiens nauwe betrekking tot de Oost-Indische Compagnie ook hier weder helder aan den dag komt.”

page 3 note 6 Visseriana, Bibliotheca, deel XV, blz. 214 en 217.Google Scholar

page 4 note 1 Du Mont, , Corps Dipl. deel V, II, biz. 333.Google Scholar

page 4 note 2 Vgl. hierover o.a. blz. 68, 69 de Groot, van Huigh, 1945, van schrijver dezer regelen.Google Scholar

page 4 note 3 Vgl. hierover Fruin, Een onuitgegeven werk van Hugo de Groot, Verspreide Geschriften, III blz. 400 e.v. Van Deventer, Ook, Gedenkstukken van Johan van Oldenbarnevelt en zijn tijd, derde deel, 1865, blz. 26 e.v.Google Scholar

page 4 note 4 Les Négotiations de Monsieur le Président Jeannin, 1656, o.a. brieven op blz. 99, 278, 280, 297, 304.Google Scholar

page 4 note 5 Studien en Schetsen over vaderlandse geschiedenis en letteren, deel IV, 1877, blz. 225 e.v. Een overzicht van de Oostindische plannen van Hendrik IV geeft De Jonge, De opkomst van het nederlandsch gezag in Oost-Indie, III 1865, blz. 115 e.v.

page 5 note 1 Beschrijving van noot 1 op blz. 3, Fol. 397–402.

page 5 note 2 Briefwissclins; van Hugo Grotius door P. S. Molhuysen, in R.G.P. no. 82, deel, Tweede, 1936, blz. 446.Google Scholar

page 5 note 3 Brandt, Caspar, Historie van het leven des Heeren Huig de Groot, 1732, I, blz. 326Google Scholar. Brandt teekent daarbij aan, dat wat hij schrijft ontleend is aan eenen brief van De Groot aan diens zwager Nicolaas van Reigersberch. Deze brief schijnt verloren te zijn.

page 5 note 4 Oud-Holland, , Negende Jaargang 1891, 1891 blz. 243Google Scholar. De remonstrantsche Joost Brasser was indertijd geassocieerd geweest met Jacques de Velaer, Bewindhebber en medeoprichter der Vereenigde Oostindische Compagnie, vgl Elias, J. E., De vroedschap van Amsterdam 1578–1795, 1905, blz. 645.Google Scholar

page 6 note 1 Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis, Nieuwe Deel, Serie XVII, 1923, biz. 143.Google Scholar