Hostname: page-component-cd9895bd7-7cvxr Total loading time: 0 Render date: 2024-12-28T10:13:39.996Z Has data issue: false hasContentIssue false

Expressing Local Specificity: The Flemish Renaissance Revival in Belgium and the Antwerp City Architect Pieter Jan Auguste Dens

Published online by Cambridge University Press:  11 April 2016

Extract

While globalizing trends stimulate the creation of entirely new regions, established regional and local identities remain. Architectural historians, among others, explore the ways in which regionalism has been — and continues to be — defined and redefined. Current issues in this debate include what regional architectural traditions might be; whether regions can be defined by architecture; and how regional traditions of architecture have been defined and interpreted by artists, authors and scholars. Nineteenth-century Belgian architecture is particularly relevant in this context. The formation of Belgian Art Nouveau’s style and identity have both been the object of numerous studies, but while Art Nouveau is probably the best-known creation of Belgian nineteenth-century architecture, it is hardly the only one, nor indeed the only interesting one. One of the sources identified for Belgian Art Nouveau has been the milieu of the so-called Flemish Renaissance Revival, which produced such architectural gems as Emile Janlet’s (1839–1919) Belgian pavilion at the World Exhibition in Paris (1878) and Jean Winders’ (1849–1936) own house and studio (1882–83) in Antwerp (Fig. 1).

Type
Research Article
Copyright
Copyright © Society of Architectural Historians of Great Britain 2007

Access options

Get access to the full version of this content by using one of the access options below. (Log in options will check for institutional or personal access. Content may require purchase if you do not have access.)

References

Notes

1 Several international conferences have dealt with this topic, among others ‘The Sources of Regionalism’, organized by KADOC (Katholiek Documentatiecentrum, Leuven: Research Community Cultural Identities, World Views and Architecture in Western-Europe, 1815–1940, Leuven, January 2004), and the ‘Fourth Savannah Symposium: Architecture and Regionalism’, organized by the Department of Architectural History Savannah College of Art and Design (Savannah, USA, February 2005).

2 Verpoest, Luc, ‘Hans Vredeman de Vries en de Belgische architectuur in de negentiende eeuw: architectuur, architectuurgeschiedenis en nationale identiteit’, in Tussen stadspaleizen en luchtkastelen: Hans Vredeman de Vries en de Renaissance (Antwerp, 2002), pp. 37581 (p. 378).Google Scholar

3 Stieber, Nancy, ‘Microhistory of the Modern City, Urban Space, Its Use and Representation’, Journal of the Society of Architectural Historians, 58:3 (1999-2000), pp. 38291.CrossRefGoogle Scholar

4 Vandenbreeden, Jos and Dierkens-Aubry, Françoise, De 19de eeuw in België. Architectuur en interieur/Le XIXe siècle en Belgique: architecture et intérieurs (Tielt, 1994), pp. 12149.Google Scholar

5 Beetemé, Guillaume, Anvers métropole du commerce et des arts, 3 vols (Antwerp, 1886)Google Scholar; Vandenbreeden, and Dierkens-Aubry, , De 19de eeuw in België, pp. 12149 Google Scholar; Willis, Alfred, ‘Flemish Renaissance Revival in Belgian Architecture (1830–1930)’ (unpublished doctoral thesis, Columbia University, 1985)Google Scholar; Schoy, Auguste, Histoire de l’influence italienne sur l’architecture dans les Pays-Bas (Brussels and Paris, 1879)Google Scholar; Verpoest, , ‘Hans Vredeman de Vries en de Belgische architectuur’, pp. 37581.Google Scholar

6 Willis, Alfred, ‘The State of Research on Nineteenth-Century Architecture in Belgium: a view from the outside’, Bulletin van de Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek, Special issue: Neo, Onderzoek naar 19de-eeuwse kunst en architectuur. 7tudiedag, 12.05.1989, 2 (1990), pp. 38.Google Scholar

7 Vandenbreeden and Dierkens-Aubry, De V)de eeuw in België.

8 Ibid., p. 4; Verpoest, Luc, ‘Architectuurgeschiedenis in Belgie’, Archis 6, Architectuurhistorisch onderzoek in Nederland, 29:3 (1986), pp. 3133 Google Scholar; Heynen, Hilde and De Jonge, Krista, ‘The Teaching of Architectural History and Theory in Belgium and the Netherlands’, Journal of the Society of Architectural Historians, 61:3 (2002), pp. 33545 (pp. 339–40).CrossRefGoogle Scholar

9 Stynen, Herman, De onvoltooid verleden tijd: een geschiedenis van de monumenten- en landschapszorg in België 1835–1940 (Brussels, 1998).Google Scholar

10 Van Loo, Ann, ‘De architectuur in België van 1830 tot heden: een overzicht’, in Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden, ed. Van Loo, Ann (Antwerp, 2003), pp. 1632.Google Scholar

11 Van Gerven, Jan, ‘Eclectische architectuur in België en Europa gedurende de 19de eeuw. Maatschappelijke en ideologische achtergronden’, in Vreemd gebouwd. Westerse en niet-westerse elementen in onze architectuur, ed. Grieten, Stefaan (Turnhout, 2002), pp. 35776 (p. 357).Google Scholar

12 Willis, Alfred, ‘Neo-Vlaamse renaissancearchitectuur: eigen voor wie?’, in Vreemd Gebouwd Vreemd gebouwd, ed. Grieten, , pp. 43956.Google Scholar

13 De Clercq, Lode, ‘Max Rooses als inspirator van de neo-Vlaamse Renaissance’, Bulletin van de Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek, Special issue: Neo, Onderzoek naar 19de-eeuwse kunst en architectuur. Studiedag, 12.05.1989, 2 (1990), pp. 3744.Google Scholar

14 Willis, , ‘Neo-Vlaamse renaissancearchitectuur’, pp. 43956.Google Scholar

15 Mihail, Benoît, ‘Le “Néo-Flamand” en France. Un passé régional retrouvé et réinventé sous la Troisième République’ (unpublished doctoral thesis, Université Libre de Bruxelles, 2003)Google Scholar; Van Gerven, Jan, ‘Neostijlen en neptradities. Antwerpen en de historicerende architektuur ideologisch en maatschappelijk bezien’, Bulletin van de Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek, 3–4 (1993), pp. 139 Google Scholar; Willis, Alfred and Grieten, Stefaan, ‘Een monument van papier. L’architecture en Belgique van Joseph-Martin Ryssens De Lauw’, in Vreetnd gebouwd, ed. Grieten, , pp. 45766 Google Scholar; Verpoest, , ‘Hans Vredeman de Vries en de Belgische architectuur in de negentiende eeuw’, pp. 37581 Google Scholar; Vandenbreeden, and Dierkens-Aubry, De 19de eeuw in Betgië Google Scholar; Loo, Van, ‘De architectuur in België van 1830 tot heden’.Google Scholar

16 Bertels, Inge, ‘Een slecht gesteld schoolvertrek maakt de geode inrigting van het Schoolonderwijs onmogelijk … De Dienst voor Werken en de Antwerpse stedelijke gebouwen voor lager onderwijs, 1815–1880’, Bijdragen tot de Gcschiedenis, 87:3–4 (2004), pp. 40137 Google Scholar; Bertels, Inge, ‘Anvers, ville en chantier, 1815–1880. L’administration urbaine et l’organisation des travaux public’ (lecture, KADOC, Katholieke Universiteit Leuven. Communauté de recherches sur le Rationalisme en architecture. Projet architectural, October 2004)Google Scholar; Manderyck, Mandeleine, Van Hunsel, Herman and Van Langendonck, Linda, De Bourla Schouwburg: Een Tempel Voor De Muzen (Tielt, 1993), pp. 68–71 and 83 Google Scholar; Van Laeken, Bart, ‘De Politiecommissariaten Van Pieter Dens, Antwerps Stadsarchitect (1863–1884)’ (unpublished dissertation, Universiteit Ghent, 1996)Google Scholar; Van Laeken, Bart, ‘Dens, Pieter Jan August’, Nationaal Biografisch Woordenboek (2002), 16, cols 296–300Google Scholar; Willis, Alfred, ‘Dens, Pieter Jan August’, in Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden (Antwerp, 2003), pp. 25758.Google Scholar

17 van de Venne, Jef, Joseph Lefebvre en zijn werk (Antwerp, 1895).Google Scholar

18 Van Gerven, Jan, ‘Eclectische architectuur in België en Europa’, p. 357.Google Scholar

19 Bertels, Inge and Martens, Pieter, ‘Defunct Defenses: Antwerp’s Sixteenth-Century Fortifications’, Future Anterior, 3:2 (2006), pp. 4755.Google Scholar

20 Génard, Pierre, Les architectes anversois au XVle siècle (Antwerp, 1882), pp. 111.Google Scholar

21 Clercq, De, ‘Max Rooses’, pp. 3940.Google Scholar

22 Ibid., pp. 37–38.

23 Born 26 March 1819 and not — as incorrectly stated in Een eeuw openbare werken te Antwerpen 1863–1963 — 19 March 1819: Antwerp, Archives of the Royal Academy of Fine Arts, ‘Dens, staff registers’, obituary notice.

24 Van Laeken, Bart, ‘De Politiecommissariaten’, p. 24.Google Scholar

25 Van Gerven, Jan, ‘Neostijlen en neptradities’, p. 4.Google Scholar

26 Antwerp, City Archive, MA 867(1), letter of 18 June 1863.

27 ‘les travaux de transformation, de décoration, et d’ameublement intérieurs de l’hôtel de ville’: Antwerp, City Archive, staff register, MA 1169/4/58, letter of 13 September 1885.

28 Van Aerschot, Suzanne, Bouwen door de eeuwen heen, Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur deel 3na Stad Antwerpen (Turnhout, 1990), pp. 41622.Google Scholar

29 d’Anvers, Ville, Bulletin communal. Rapport 1876 (Antwerp, 1876), p. 109.Google Scholar

30 d’Anvers, Ville, Bulletin communal. Rapport 1876 (Antwerp, 1877), pp. 12830 Google Scholar; De Clercq, , ‘Max Rooses’, pp. 3738.Google Scholar

31 Willis, , ‘Neo-Vlaamse renaissancearchitectuur’, p. 448.Google Scholar

32 De Clercq, , ‘Max Rooses’, p. 40.Google Scholar

33 Antwerp, City Archive, MA BD 1864/235. See also Willis, Alfred, ‘Neo-Vlaamse renaissancearchitectuur’, p. 443.Google Scholar

34 Willis, , ‘Neo-Vlaamse renaissancearchitectuur’, p. 447.Google Scholar

35 ‘les bâtiments doivent être d’un aspect simple sans être dépourvus d’élégances’: Ministère de l’Intérieur, Instructions ministérielles concernant la construction des Maisons d’Ecoles, suivies d’une instruction spéciale sur le chauffage et la ventilation des salles d’écoles et d’une série de plans modèles. Avec devis et texte explicatif des planches (Brussels, 1852).

36 Bertels, Inge, ‘Een slecht gesteld schoolvertrek’, pp. 41214.Google Scholar

37 Laeken, Van, ‘Dens, Pieter’, cols 296–300.Google Scholar

38 Recently the entire building was damaged by fire.

39 Tarlier, H., Almanach du Commerce et de l’Industrie. Publié avec le Concours du Gouvernement, 4th edn, 2 (Brussels, 1880), p. 2.Google Scholar

40 Not to be confused with Jacob Frans Stoop, son of the former city architect.

41 The letter of 17 April 1862, Koninklijke Maatschappij der Bouwmeesters van Antwerpen, Antwerp (hereafter KMBA), Dens, staff registers, mentions L. Van Opstal as Antwerp architect. In the Almanach du Commerce no architect was found under the name of Van Opstal. No relationship between the aforementioned entrepreneur des travaux publics and the marchand de bois de construction called Van Opstal in 1841 and 1843 could be proved. Almanack du Commerce ou Indicateur Industriel, Commercial, et Administratif de la Belgique pour 1841, 4th edn (Brussels, 1841), pp. 524 and 535; idem, 6th edn (1843), pp. 524 and 535.

42 Tarlier, H., Almanach, 2 (1860–61), p. 12 Google Scholar; (1868), p. 15; (1880), p. 2; Antwerp, City Archives, MA 867(1), letter of 21 March 1862.

43 Antwerp, KMBA, Dens, staff registers, letter of 17 April 1862.

44 Antwerp, KMBA, Dens, staff register, letter of 31 August 1877.

45 ‘Il y a trois ans, à ma demande Monsieur le directeur a bien voulu prier Mr. Blomme, professeur adjoint pour l’enseignement des ordres d’Architecture’: Antwerp, KMBA, Dens, staff register, letter of 31 August 1877. It is not clear which Blomme brother it concerns, Henri (1845–1923) or Leonard (1840–1918). De Braey, J., Noe, J. and Van Kerckhoven, A., fubel Album K.M.B.A., 1848–1948 (Antwerp, 1948), p. 42 Google Scholar; Laureys, Dirk, ‘Blomme Léondard / Blomme Henri, Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden (Tielt, 2003), pp. 15758.Google Scholar

46 Antwerp, KMBA, Dens, staff register, letters of 21 September 1901 and 21 October 1901.

47 Antwerp, KMBA, Dens, staff register, letter of 26 February 1877.

48 Antwerp, KMBA, Dens, staff register, letter of 11 July 1876.

49 ‘cette mesure, prise dans l’intérêt des élèves, leur procurera le moyen de se perfectionner dans cette branche, qui, à juste titre, peut être classée au 1er rang dans les arts’: ibid.

50 ‘un cours de construction sera ajouté au programme d’étude de l’architecture civile, enseignement supérieure’, and ‘la construction de monument en différents styles’: ibid.

51 ‘6° Monsieur Dens étant chargé maintenant, non seulement de l’enseignement moyen, mais aussi d’un cours appartenant à l’enseignement supérieur, il y a lieu conformément aux principes généraux de le ranger désormais dans la classe des professeurs de le classe mixte. 7° Comme tel il aura droit a obtenir le taux de traitement alloué aux professeurs de cette catégorie’: Antwerp, KMBA, Dens, staff register, letter of 26 February 1877.

52 ‘le Michel-Ange anversois’: Anon, ., Le Michel-Ange anversois Jean-Jacques Winders. Sculpteur, architecte, écrivain (Brussels, 1877).Google Scholar

53 ‘Anvers’, L’Emulation, no. 5 (1886), cols 76–77.

54 ‘les plans que nous avons eu sous les yeux nous permettent de dire que M. Dens s’est trompé en plaçant les classes vers l’extérieur, vers des rues fort fréquentées, notamment par le gros roulage qui nous parait de nature à troubler notablement le silence indispensable aux leçons’: ibid., col. jy.

55 ‘une étude plus séreuse et plus rationnelle en aurait fait peut-être une œuvre remarquable, on aurait pu par exemple, supprimer le dôme central tout à fait inutile et de mauvais effet surtout en profil ou de trois quarts, réduire considérablement les toitures aux extrémités, supprimer aussi les retours de celle-ci vers le pignons des pavillons d’angle, et enfin, atténuer l’entablement du premier étage qui coupe désagréablement en deux la façade et en détruit l’harmonie […] quoi qu’il en soit, l’Athénée d’Anvers est celle des œuvres de l’ex-architecte communal que nous préférons; nous la préférons surtout à bon nombre de ses écoles dont celle voisine, rue Van Maerlandt, n’est certes pas à citer comme exemple’: ibid.

56 Busken, Huet C., Het land van Rubens. Reisherinneringen (Amsterdam, 1905), pp. 18688 (1st edn, 1879).Google Scholar Stinissen, Jacob, Antwerpen en zijne wereldse gebouwen, 2nd edn (1909).Google Scholar

57 ‘nous tenons à vous exprimer nos plus sincères félicitations, nos remerciements pour l’œuvre vraiment belle que vous avez produite. Notre édifice communal a fait, cet été, l’admiration des innombrable étrangers qui l’ont visité. Il sera, à l’avenir cité comme l’un des plus beaux monuments du pays’: Antwerp, City Archive, staff register, MA 1169/4/58, letter of 13 September 1885.

58 ‘Dienst voor werken der stad Antwerpen’, in Een eeuw openbare werken 1863–1963, 1 (Antwerp, 1964), p. 34.

59 Van Laeken, , ‘Dens, Pieter’, cols 296–300.Google Scholar

60 In our view, his selection as professor at the Royal Academy and as Antwerp city architect ensured that Dens became one of the leading architects in Antwerp. Cf. Van Laeken’s assessment of him as ‘eternal second’: “Tijdens deze opleiding haalde hij wel prijzen, maar bleek hij een eeuwige tweede te zijn. Hij haalde drie prijzen in 1839, waarbij hij tweemaal de eerste prijs moest laten aan Schadde, en één prijs in 1841. Dit ongeluk leek hem 00k in zijn latere loopbaan parten te spelen. Zo moest hij in 1868 nipt de duimen leggen voor het ontwerp van Schadde voor de restauratie van de afgebrande

Handelsbeurs’. Van Laeken, ‘Dens, Pieter’, cols 296–300.

61 Schoy, , Histoire de l’influence italienne Google Scholar; Verpoest, , ‘Hans Vredeman de Vries’, pp. 37581.Google Scholar